Op zondag kan je in Gent naar een openlucht boekenmarkt. Of is het open lucht boeken markt? Of openluchtboekenmarkt? Kies zelf maar. Alleszins, daar struin ik soms rond om goedkope boeken op de kop te tikken. Moet je zeker zelf ook eens doen. Je kan het ook met dure boeken doen, ze op de kop tikken, maar dat vindt je partner misschien niet zo fijn, aangezien de gezinsfinanciën sterk gecontroleerd worden.
Goed, op die markt kocht ik dit boek. Of nee wacht, het was misschien in de De Slegte. Dat is bijna hetzelfde. De Slegte ken je wel, je kan daar ook zelf je eigen boeken afleveren, en ze geven daar dan een schamel bedrag voor. Maar wie het kleine niet eert en zo.
Dus ik kocht dit boek, dat volgens mij niet meer herdrukt wordt, op een tweedehands wijze. Ik kende William Boyd niet, het lijkt me geen household name binnen de in het Nederlands taalgebied bekend zijnde Engelstalige schrijvers.
Dat deert echter allemaal niet, want dit is een zeer fijn, goedgeschreven en schrander opgebouwd boek. De taalbeheersing van Boyd is van een bijzonder hoog niveau. Het is niet zo dat hij een afwijkende of bijzondere stijl heeft, maar elke zin op zich is perfect op zichzelf, en past ook perfect op de plaats waar hij hem heeft gezet.
Boyd schrijft vlot en meeslepend over een paar weken uit het leven van Lorimer Black, een 'loss adjuster' voor verzekeringsgevallen. Zijn leven neemt een onverwachte wending wanneer hij een klant bezoekt die zelfmoord heeft gepleegd. Dit zet een reeks gebeurtenissen in gang die Lorimer's zorgvuldig opgebouwde leven op zijn kop zetten.
Terwijl hij probeert de waarheid achter de zelfmoord te achterhalen, raakt hij verstrikt in een web van bedrog, corruptie en amoureuze escapades. Hij moet navigeren door de complexe wereld van verzekeringen, terwijl hij ook worstelt met zijn eigen identiteit en verleden. Hij heeft ook slaapgebrek en schrijft aan een eigen 'book of transfiguration' waarin elementen uit zijn eigen, complexe jeugd (als zoon van Roma-immigranten) aan bod komen.
Ik ben zelden meer levendige, complexe en tastbare personages tegengekomen. Boyd heeft een scherp oog voor detail dat de scènes tot leven brengt, met rijke en beeldende beschrijvingen. Tegelijk beheerst hij ook de spanningsboog, én heeft hij het nodige gevoel voor humor.
Ten bewijze:
'I envy you.' Lorimer was sincere, Rappaport had no idea how sincere he was. Rappaport went on to enumerate some epic sleeps he had enjoyed, citing one sixteen-hour triumph on a white-water rafting holiday. He was a regular eight-hour-a-nighter, it transpired, so he claimed with some smugness. Lorimer had observed in the past how a confession of sleep dysfunctions often provoked this good-natured bragging. Few other ailments elicited a similar response. An admission of constipation did not engender proud boasts of regular bowel movements. A complaint about migraine, or acne, or piles, or a bad back generally produced sympathy, not a swaggering testimonial about the interlocutor's own good health. Sleep disorders did this to people, he noticed. It was almost talismanic, this guileless braggadocio, as if it were a form of incantation, protection against a profound fear of sleeplessness that lurked in everyone's lives, even the soundest of sleepers, such as the Rappaports of this world. The detective was now expounding on his ability to enjoy restorative catnaps if the demands of the job ever interrupted his restful, untroubled nights.
en:
Ivan was, to Lorimer, the living, breathing representation of the skull beneath the skin, his head a gaunt assemblage of angles, planes and declivities somehow supporting a pendulous nose, large, bloodshot eyes and a thin-lipped mouth with a partial set of skewed brown teeth that seemed designed for a larger jaw altogether, an ass's or a mule's, perhaps. He smoked between twenty and thirty small, malodorous cigarlettes each day, never seemed to eat and drank anything on a whim - whisky at 10a.m., Dubonnet or gin after lunch, port as an aperitif (Très français, Lorimer') and had a rare, distressing, body- racking cough that seemed to rise from his ankles and made its appearance at roughly two-hourly intervals, after which he often went and sat quietly alone in a corner for some minutes. But those rheumy, bulging eyes were alive with malice and intelligence and somehow his feeble frame endured
Comments